The Holy Kebab III: Bommenregen in Damascus

Damascus. FOTO: NOURA

,,Hoor je die knallen? Dat is hier om de hoek.’’ De Syrische neemt een trekje van haar sigaret en blaast de rook langzaam uit. Rawan, met haar piekerige zwarte haren en een eeuwige glimlach op het gezicht, staat zoals gewoonlijk op haar dakterras in Damascus. Tenminste, dat denk ik. Ik zit achter mijn computer met een telefoon tegen mijn oor gedrukt. Op het beeldscherm verschijnen euforische tweets over de afsluitende ceremonie van de Olympische Spelen. In mijn oor hoor ik knallen. Terwijl de rest van Nederland aan de buis gekluisterd zit, praten wij over oorlog.

De afgelopen weken werd er vaak gevraagd hoe het met haar ging, daar in Syrië. Sms’jes, whatsapp-berichten of telefoontjes. Meestal is het antwoord geruststellend, maar vandaag niet. ,,Met mij gaat alles goed, afgezien van het feit dat ik bijna dood was,’’ zegt ze sarcastisch. ,,De kogels kwamen uit het niets, net als in een film. Maar ach, ik leef nog.’’

Op de vraag of ze doden heeft gezien, reageert ze nors. ,Nee, ik was te druk bezig met het bedekken van mijn hoofd, weet je wel.’’

Een paar dagen geleden liep Rawan, die sinds een aantal weken als vrijwilliger in een vluchtelingenkamp in Damascus werkt, vanuit het kamp naar huis. Plotseling klonken er schoten. Haar vriendinnen trokken haar naar beneden en Rawan lag als versteend op de grond. De kogels boorden gaten in de muur achter haar. ,,Het slaat toe wanneer je het niet verwacht. Vorige week was het relatief rustig. Een stilte voor de storm.’’ Toch zijn er nog mensen die de straat opgaan. Iedereen in Syrië leeft in een doodsangst, alleen vergeten ze dat soms.

Op de vraag of ze doden heeft gezien, reageert ze nors. ,Nee, ik was te druk bezig met het bedekken van mijn hoofd, weet je wel.’’ Wel vertelt ze dat oude mensen in het kamp flauwvielen tijdens een aanslag eerder die week. Kinderen huilden hysterisch en moeders probeerden hen te troosten. Het lukte, totdat er opnieuw schoten en bommen klonken.

Het gesprek gaat nu over de thuiskomst van haar moeder, die eerder in Jordanië zat. Haar ‘welcome back feestje’ was schokkend. Verwoeste gebouwen en lege straten. De vrouw wist niet dat het zo erg was in ‘haar Syrië’. Binnenkort vertrekt Rawan ook naar Jordanië. Ze hoopt daar een visum voor Amerika te bemachtigen. Weg uit Damascus. Weg van angst. Weg van de bommen. Weg van alle ellende waar Syrië tegenwoordig bekend om staat.

Ze praat onrustig, zenuwachtig zelfs. Op de achtergrond klinkt een aaneenschakeling van knallen. Ze komen in een rap tempo dichterbij.

De Syrische slaakt een diepe zucht en pakt een glas drank. Ze drinkt, rookt, drinkt en rookt. Hoe ze in tijden van oorlog aan sterke drank komt, is een raadsel. Doorvragen is geen optie. ,,Dat verhaaltje wat je laatst hebt geschreven,’’ begint mijn vriendin terwijl ze een slok van haar drankje neemt. ,,Je weet wel, die over kebab enzo… Dat ging niet echt over kebab, toch?’’ Ik zeg dat het verhaal over haar en de situatie in Syrië gaat. Rawan lacht. ,,Gelukkig, want ik dacht dat je me neergezet had als één of andere vreetzak die alleen maar over vlees kan praten.’’

Ik stel me voor dat ik naast haar sta, de bommen dichterbij hoor komen en vanaf mijn dakterras probeer te ontdekken of mijn huis mogelijk een doelwit is. Zou ik dan ook nog kunnen lachen? ,,Ze bombarderen allerlei soorten gebouwen, ook woonhuizen. Vandaag vonden heel veel mensen de dood.’’ Rawan praat onrustig, zenuwachtig zelfs. Op de achtergrond klinkt een aaneenschakeling van knallen. Ze komen dichterbij. ,,Shit, shit, shit…! Dit is serieus. Oh, fuck.’’ En toen viel de verbinding weg.

,,Ja, ik leef nog,’’ roept ze uit, duidelijk opgelucht. ,,Ik ga nog lang niet dood, niet op deze manier. Beloofd.’’

Ik bel, stuur sms’jes en hou Facebook in de gaten. Met een verdoofde blik staar ik naar mijn telefoon, beeldscherm en Twitterlijst. De Spice Girls hebben eerder die avond opgetreden, zie ik. De Olympische Spelen zitten er weer op. In Syrië heeft bijna niemand gekeken. Daar is het oorlog.

Na een radiostilte die een eeuwigheid lijkt te duren, krijg ik haar eindelijk te pakken. ,,Ja, ik leef nog. Maak je niet druk,’’ roept ze uit, maar haar stem trilt. ,,Ik ga nog lang niet dood, niet op deze manier. Beloofd.’’ We naderen het einde van het gesprek en wensen elkaar een goede nacht. Op de achtergrond klinkt een laatste, harde knal. In Nederland zou je denken dat het dondert. In Syrië regent het echter bommen.

Rawan is een vriendin die ik in Koerdisch Irak ontmoet heb. Ze woont in Damascus, Syrië, en probeert daar weg te komen. De sfeerimpressies in het stuk zijn niet tot stand gekomen door aanwezigheid in Syrië. Rawan heeft de situatie voor mij beschreven. Sinds de oorlog bellen we elkaar om de paar dagen. Dit verhaal is het vervolg op: https://www.brendastoter.nl/the-holy-kebab-i-terug-naar-syrie/ en https://www.brendastoter.nl/the-holy-kebab-ii-bommen-in-damascus/

Please follow and like us:
error8
fb-share-icon20
Tweet 20
fb-share-icon20

You Might Also Like

3 Comments

  1. nicky

    Bren, wat een goed stuk weer. Je schrijft echt heel leuk! x nicky

  2. Veerle

    Brenda, wat goed dat je deze situatie zo beschrijft, echt cool! keep em going

    1. Brenda Stoter Boscolo

      Dank je Veerle! Spread the word… 😉

Leave a Reply

Brenda\\\\\\\'s Anti-spam *

Back to top